BETREFT HET EEN MISDRIJF?
In het Belgisch strafwetboek worden haatmisdrijven beschreven als:
"Haatmisdrijven zijn strafbare feiten waarbij een van de motieven voor het misdrijf haat, minachting of vijandigheid jegens een persoon is vanwege een beschermd kenmerk ("het verwerpelijk motief"). In dergelijke gevallen wordt het motief beschouwd als een verzwarende omstandigheid voor een misdrijf, waarop strafverzwaring van toepassing is of kan zijn."
Dit heeft betrekking op de volgende misdrijven (artikelen die verwijzen naar de strafverzwaring tussen haakjes):
- Aanranding van de eerbaarheid en verkrachting (art 377 bis)
- Doodslag en opzettelijk doden, niet doodslag genoemd, en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel (artikel 405 quater)
- Schuldig verzuim (artikel 422 quater)
- Aanslag op de persoonlijke vrijheid en op de onschendbaarheid van de woning, gepleegd door bijzondere personen (artikel 438 bis)
- Belaging (artikel 442 ter)
- Aanranding van de eer of de goede naam van personen (artikel 453 bis)
- Brandstichting (artikel 514 bis)
- Vernieling van bouwwerken, stoommachines en telegraaftoestellen (artikel 525 bis)
- Vernieling of beschadiging van eetwaren, koopwaren of andere roerende eigendommen (artikel 532 bis)
- Graffiti en beschadiging van onroerende eigendommen (artikel 534 quater)
Deze tien misdrijven voorzien seksuele oriëntatie als een van de beschermde criteria. Een misdrijf begaan met een holebifoob motief moet met andere woorden in aanmerking komen voor strafverzwaring.
'Doodslag en slagen en verwondingen' is het enige misdrijf dat afwijkt van de anderen, en dat op twee manieren:
Dit is het enige misdrijf dat het kenmerk 'geslachtsverandering' opneemt in haar oplijsting van beschermde kenmerken.
Dit is het enige misdrijf dat sowieso een strafverzwaring inhoudt. In het geval van de negen andere misdrijven is het zo dat ze een strafverzwaring kunnen inhouden. Hierdoor is het aan de rechter belast met de zaak om dit wel of niet toe te passen. Dat betekent dat een transfoob motief alleen bij 'doodslag en slagen en verwondingen' een strafverzwaring oplevert, en dat onder de noemer van 'geslachtsverandering'.
Politie:
Bij elk misdrijf kan er aangifte gedaan worden, dit doe je bij de politie. Bij haat-en discriminatiemisdrijven is er een verzwarende omstandigheid. Voor meer informatie over hoe je een aangifte doet bekijk je best de tabladen: "Offline incident" of "Online incident".
Terminologie
Discriminatie:
Een persoon of een groep in een minder gunstige positie plaatsen dan andere personen in een vergelijkbare situatie. De reden voor discriminatie is meestal alleen gebaseerd op het feitelijk of gepercipieerd behoren van de persoon tot een bepaalde sociale categorie. Indirecte discriminatie vindt plaats wanneer er een praktijk, beleid of regel is die voor iedereen op dezelfde manier van toepassing is, maar die klaarblijkelijk minder gunstig is voor sommige personen in vergelijking met anderen.
Haatmisdrijven:
Criminele handelingen die worden gemotiveerd door vooringenomenheid of vooroordelen jegens bepaalde groepen mensen.
Geweld:
Opzettelijk gebruik van fysieke, emotionele, seksuele en economische macht tegen iemands wil om lichamelijk of psychisch letsel of de dood, mishandeling en/of ontbering te veroorzaken.
Homofobie:
Een reeks negatieve houdingen, gevoelens en daden, inclusief discriminatie en geweld, tegen mensen die zich als lesbiennes of homoseksuelen identificeren of die zo worden gezien.
Transfobie:
Een reeks negatieve houdingen en gevoelens, inclusief discriminatie en geweld, tegen mensen die zich als transgender identificeren of die zo worden gezien.
Bifobie:
Een reeks negatieve houdingen en gevoelens, inclusief discriminatie en geweld, tegen mensen die zich als biseksueel identificeren of die zo worden gezien.
Heteroseksisme:
Veronderstelling dat iedereen heteroseksueel en cisgender is en dat alleen aantrekking tot en relaties met het tegenovergestelde geslacht aanvaardbaar en daarom superieur zijn.
Seksisme:
Systematische discriminatie op basis van de veronderstelling dat fysieke verschillen tussen geslachten de superioriteit bewijzen van het ene geslacht en/of gender ten aanzien van het andere.
Patriarchaat:
Een sociaal systeem waarin cisgender mannen de primaire autoriteit hebben in het politieke, sociale en openbare leven, controle hebben over eigendommen en genieten van sociale voorrechten.
Bronnen:
Definitie en termen: Jurčić, M. (2020). Werken met slachtoffers van LGBT-haatmisdrijven: Een praktisch handboek. Geraadpleegd op 13 januari 2021, via https://www.lgbthatecrime.eu/handbook/pdf/Working%20with%20Victims%20of%20%20Anti-LGBT%20Hate%20Crimes-nl.pdf